donderdag 28 april 2016

Beelden maken de vrouw






Van de Vlaams-Argentijnse kunstenares Margarita Gordyn staan er beelden in Havana, Buenos Aires en Berlijn  maar in België is deze leerlinge van Wilfried Pas onbekend. Voor LAMBIK een reden om haar op te zoeken in haar thuisbasis Buenos Aires en haar uit te vragen over haar visie op kunst, over haar ambachtelijke technieken en haar voorkeur voor materialen als klei en hout. Ze is niet alleen een beeldend kunstenaar, ook een vrouw met een beeld, een visie op het leven. De herfst waait om ons tafeltje op een terras in San Telmo. Het is de cortado en de woorden van Margarita die ons warm houden. Ons gesprek begint over kunst, maar het brengt ons verder, dichter bij de essentie van de dingen.

Interview met kunstenares Margarita Gordyn                            

Je beeldhouwt, schildert en tekent. Wat doe je het liefst?

Beeldhouwen is mijn favoriete bezigheid. Ik werk vooral graag met hout. Als je met hout werkt, voel je dadelijk een dialoog met je materiaal. De structuur, de vorm en de nerven maken van mijn handen werktuigen van het hout en niet andersom. Ik weet pas waar ik uitkom als ik klaar ben. Andere materialen zoals klei en daarna je beeld overbrengen in brons is een uitdagend proces, vooral technisch. Mijn houten beelden zijn toegankelijker. Je zou het kunstige decoratie kunnen noemen. ‘Utilitarios’ zeggen ze in Buenos Aires. In mijn werken in klei leg ik meer controversen. Een van mijn lievelingswerken is het beeld van de vrouw dat ik in Duitsland gemaakt heb. Het is een beeld in klei van een vrouw van middelbare leeftijd, afgeleefd volgens de maatschappij; in haar naakte schoonheid, volgens mij. Vrouwen boven de 40 zijn wegwerpproducten in onze maatschappij. Wij, (ze lacht) , weten dat dat niet waar is. Toch willen deze vrouwen hun leeftijd niet blootgeven, zich jonger gedragen dan ze zijn met al de frustraties die daaruit voortvloeien. Het beeld is een verpersoonlijking van dit conflict bij de vrouw zelf.  Een heel mooi beeld, vind ik zelf, maar choquerend.

Jouw levensloop is internationaal getint. Je studeerde in Antwerpen en Londen, werkte in Duitsland, zelfs in Cuba staat een beeld van jou.
 
De buste van Von Humboldt in Cuba is een resultaat van een project in Duitsland. Dit beeld was een opdracht van de Duitse regering die het schonk aan de stad Havana. De jonge von Humboldt werkte in die stad als wetenschappelijke ontdekkingsreiziger. Het was een uitdaging omdat er van de jonge von Humboldt geen foto’s zijn. Ik had alleen foto’s van hem op latere leeftijd, toen hij faam had verworven. De buste is een reconstructie van mijn opzoekwerk over zijn karakter en zijn gedrevenheid. Hiervoor moet ik me inleven in zijn leven, pas als je in zijn schoenen staat, kan je het gelaat het juiste karakter geven.

In Argentinië heb je de buste van Karel V, in Havana die van Von Humboldt, is dat een specialiteit van jou?

Ten eerste hou ik van beeldhouwen. Maar om een buste te maken, heb je meer nodig dan een kunstig inzicht. Voor ik aan een buste begin, bestudeer ik de mens achter het hoofd. Ik verdiep me in zijn leven, en vooral in zijn tijd. Ik probeer te achterhalen hoe hij denkt, want dat is wat je gelaatsuitdrukking karakter geeft. Net zoals von Humboldt, was ook Karel V een intrigerende persoonlijkheid. Von Humboldt was een onafhankelijke onderzoeker, een ontdekkingsreiziger zonder financiële steun. In die tijd was dat geen sinecure. Hij bracht heel de biotoop van Zuid-Amerika in kaart. Een vooruitstrevend man voor zijn tijd. Zo ook Karel V. Om hem juist in te schatten, moet je de tijd begrijpen waarin hij leefde. Hij was niet de gruwelman zoals ze hem nu willen afschilderen. Hij was een diep religieus man met een ridderlijk karakter, een vechter voor zijn idealen, de voorloper van het Europa zoals het nu is. Om het gelaat te boetseren van bekende personen, moet je hen kennen, hun biografieën lezen, voeling hebben met hun tijd. Daar hou ik van, je kan je erin vastbijten. (nvdr buste van Karel V vind je in LAMBIK1)

Je ouders zijn van België, zelf ben je in Argentinië geboren, maar je spreekt vloeiend Nederlands. Was studeren in Antwerpen een cultuurshock of kwam het je bekend voor?

Inderdaad, het was zeker een cultuurshock. Vooral het academische leven van Antwerpen. Tijdens mijn postgraduaat werkte ik onafhankelijk. Ik kreeg een eigen atelier waar ik me kon uitleven. Docenten waren in Antwerpen geen heer en meesters. Deze manier van opleiding was nieuw voor mij. Af en toe liepen de docenten binnen om je werk te evalueren. Wilfried Pas was geen docent van mij, maar door zijn interesse in mijn werk, leerde ik enorm veel van hem. Voor mij een de grootste kunstenaars van deze tijd. Hij kon je inspireren zonder jouw stijl te beïnvloeden. Zijn werk is een voorbeeld van sublieme kennis van het materiaal waarmee hij werkt en zijn technische gave om schoonheid een kunstige eenvoud te geven.  De inspiratie die ik van hem meekreeg was vooral de vrijheid van expressie en de ontdekkingstocht naar artistieke schoonheid via de kennis van het materiaal waarmee je werkt.


Je hebt een indrukwekkend palmares, niet alleen op gebied van kunst. Je werkt ook als vrijwilligster in het sanatorium JT Borda, een psychologische kliniek. Hoe past dit in je leven?
Ja, in el hospital JT Bota geef ik als vrijwilligster les aan mensen die voldoende ‘genezen’ verklaard zijn om zich terug in de maatschappij in te burgeren. Dat is niet altijd makkelijk. Medisch zijn ze wel genezen, maar emotioneel en sociaal is de knoop nog niet helemaal ontrafeld. Deze mensen hebben nog emotionele remmingen. Kunst is een uitdrukkingsvorm, nauw verbonden met emoties. Veel van deze mensen kunnen of durven zich niet te uiten uit angst voor de confrontatie met zichzelf en met de ‘buitenwereld’. Deze remming probeer ik weg te werken. Ze zeggen dat artiesten gek zijn, maar wie bepaalt wat gek zijn is? Als je psychologisch niet sterk in je schoenen staat, kan je je artistiek zeker niet uitdrukken. De kennismaking met kunst leert hen om de dialoog met zichzelf terug aan te gaan, de laatste stap van hun genezing.

Hoe leg je uit dat ArgentinieArgentinië een kunstland is, het land is reeds zo lang in een economische crisis, of juist daarom?

Hier in Argentinië is kunst sterk verweven in het dagelijks leven. Zelfs zonder subsidies blijft kunst hier belangrijk. In heel wat gezinnen wordt de kunst thuis beleeft. In elke huiskamer staat hier wel een ezel, een instrument of een boetseertafel. Waarom? Misschien is het een manier om onze frustratie te kanaliseren. Argentinië heeft een tijd gekend waar men niet mocht zeggen wat men dacht.  Misschien daarom. Veel kunstenaars kunnen leven van de cursussen die ze geven. Anderen leven van beca naar beca. 


Ze zeggen dat artiesten gek zijn, maar wie bepaalt wat gek zijn is?  Als je psychologisch niet sterk in je schoenen staat, kan je je artistiek niet uitdrukken.


Ik zelf vind dat de kunst in België een elitaire aangelegenheid is. Kunst mag provocerend zijn, maar niet enkel met het prijskaartje. In België hebben we een pot mosselen, getatoeëerde varkens en een strontmachine. Is kunst enkel voor ingewijden?

Die pot mosselen is wel echt Belgisch (ze lacht). Nee, ik vind dat kunst vooral schoonheid in zich moet hebben. Schoonheid is natuurlijk betwistbaar maar het kan wel gevat worden door iedereen, iets moois herken je, ook al ben je geen intellectueel. Van de installaties hou ik niet. Het is een modeverschijnsel, en persoonlijk vind ik ze heel saai. Er lijkt veel creativiteit in te zitten, maar technisch zijn ze ‘muy aburrido’. Kunst moet niet elitair zijn om kunst te zijn. Het moet wel technisch onderschreven worden. Dat wordt misschien door buitenstaanders minder begrepen. Kunst voor mij is geen boodschap op zich, wel een dialoog en of het daarom a priori provocerend moet zijn, vind ik niet.

Bestaat er zoiets als het ultieme kunstwerk? Ben jij als kunstenaar op zoek naar het perfecte beeld?

Nee, als je zoekt naar iets, verlies je het. Kunst voor mij is no-mente, het ‘niet-denken’. Elk werk is een uitdrukking van het moment, van de dialoog die ik voer op het moment dat ik werk. Dat is altijd anders, elke keer weer opnieuw, veranderlijk. Daarom geloof ik niet in het ultieme kunstwerk, omdat het op een ander moment weer voorbijgestreefd is, of niet. Eigenlijk sta ik daar nooit bij stil.

  •  

1 opmerking:

  1. Aan de familie Gordyn, heb brieven uit 1970 geschreven door Aimé en Rachel Gordyn aan mijn grootouders Dierickx-Verhofstede uit Temse. Indien interesse, laat een bericht op ieyskens@gmail.com

    BeantwoordenVerwijderen