woensdag 18 april 2012

De keizerpinguin op de Zuidpool

Aan de Zuidpool dient krill als basisvoedsel voor een groot aantal vissoorten en zelfs voor pinguïns en walvissen. De ongewervelde beestjes zijn aangewezen op zee-ijs, maar dat wordt door de opwarming van de aarde in toenemende mate een probleem.
De Zuipool is dan ook belangrijk voor de studie van de verandering in het klimaat. Biologe Maria Vernet van het Scripps-instituut voor Oceanografie heeft van Antarctica haar onderzoeksdomein gemaakt. Samen met een multidisciplinair team van wetenschappers ontrafelt ze de mysteries van het ecosysteem aan de Zuidpool. In de zone waar het ijs geregeld water wordt en in de ijspap, wordt de voedselketen van de Zuidpool gevormd. Daar ontwikkelen zich garnaalachtige krill en algen. Krill geldt als basisvoedsel voor roofdieren. "Alle dieren eet krill: vissen, walvissen, pinguïns", verklaart Vernet. De larven verzamelen zich in het ijs om er algen te eten en zich te verschuilen voor hun roofvijanden. "Zonder ijs is er geen groei van krill mogelijk", aldus de biologe.


Om de impact van de verandering in de voedselketen te meten, kan men ook de populatie van de andere dieren die op de Zuidpool leven, bestuderen. Dit wordt gedaan door sateliettechnogolie door een groep Amerikaanse, Britse en Australische onderzoekers. Zij spitsen zich toe op de populatie keizerpinguins. Dit jaar hebben ze goed nieuws: er zijn op de Zuidpool twee keer zoveel keizerpinguins als werd aangenomen.
De wetenschappers telden 600 000 keizerpinguins. Aan de hand van dit aantal, kunnen ze besluiten dat de populatie gezond is.
De feiten van het onderzoek:
  • de wetenschappers telden 595.000 pinguïns in plaats van de 270.000 tot 350.000 die ze hadden verwacht. 
  • De honderdduizenden pinguïns werden geteld in 44 verschillende kolonies, waarvan er zeven nog niet eerder ontdekt waren. 
  • Onderzoekster Michelle LaRue noemt de tellingen “een enorme stap vooruit in de Antarctische ecologie”. 
De techniek maakt het mogelijk om de evolutie van de populatie op lange termijn te volgen, zo te weten of de opwarming van de aarde en het afbrokkelen van de ijsschotsen al dan niet een zware impact zullen hebben op hun aantal.

De keizerpinguïn is de grootste soort onder de pinguïns. Hij is 115 cm lang en weegt tussen de 25 en 45 kg, afhankelijk van het seizoen. Hij is een uitstekend zwemmer. Door zijn relatief compacte lichaam is hij in staat diepten te bereiken die andere zeevogels niet kunnen halen. Er zijn 17 soorten pinguïns, waarvan de keizerpinguin er een is. Hij kan temperaturen verdragen tot wel -40 graden. Onder water houdt hij het 18 minuten uit en hij zwemt met een snelheid van 6 tot 9 kilometer per uur. Het is ook 1 van de enige vogels die nog nooit een voet op droge grond heeft gezet omdat hij op ijs leeft. De keizerspinguïn word vaak met de koningspinguïn verward hoewel er toch verschillen tussen zitten zoals: de koningspinguïn heeft kleinere flippers dan de koningspinguïn.

De keizerpinguïn leeft op Antarctica. Er leven geen keizerpinguïns of andere pinguïns op het noordelijke deel van de aarde. De keizerpinguïn jaagt vooral op pijlinktvis, vis en schaaldieren. Tijdens de jacht kan een keizerpinguïn meer dan 1000 kilometer afleggen ze duiken soms dieper dan 500 meter. Na zijn jacht kan hij tot 4 kilo vlees meebrengen.

T. Hubin, RBINS
De Keizerpinguin





Geen opmerkingen:

Een reactie posten